
De inzichten uit de praktijk worden ook wel practice based kennis genoemd. Dit is kennis die (nog) niet wetenschappelijk is aangetoond. Sommige wetenschappelijke inzichten hebben we aangepast aan de praktijk. Of aangevuld met ervaringen uit de praktijk.
Robert SchalockOnze inspiratiebron voor de vijf LACCS-gebieden is Robert Schalock. Hij is de grondlegger van de domeinen van kwaliteit van bestaan. Voor een goed leven moet worden voldaan aan de behoeften die bij de domeinen horen. De begeleiding moet er dan ook op gericht zijn om de cliënt hierbij te ondersteunen. Deze manier van kijken sprak – en spreekt - ons bijzonder aan. We merken dat de herkenbaarheid van de domeinen niet eenvoudig is in de zorg voor mensen met EVMB. Sommige domeinen dragen niet persé bij aan een goed leven voor onze cliënten. Uiteindelijk zijn wij uitgekomen op de vijf LACCS-gebieden, met bijhorende waarden. We hebben gekozen voor termen die bruikbaar zijn voor begeleiders van mensen met EVMB. En waarden die bij uitstek bijdragen aan een goed leven voor deze mensen.
Dorothea Timmers-HuigensOns ontwikkelingsdenken is geïnspireerd op de Ervaringsordening van Dorothea Timmers-Huigens. Het uitgangspunt van de Ervaringsordening is dat de mens informatie op vier manieren kan ordenen: lichaamsgebonden, associatief, structurerend en vormgevend. Jarenlang was dit de manier waarop wij keken naar de ontwikkeling van mensen met EVMB. In de praktijk gingen we de ervaringsordening echter steeds vaker ánders gebruiken dan hoe ze bedoeld is. Wij gingen (en gaan) bijvoorbeeld wél uit van fasen in de ontwikkeling. Dit heeft onder andere geleid tot ons ontwikkelingsdenken. We hebben ons daarbij laten beïnvloeden door neurologische opvattingen (Huglings Jackson) en communicatietheorieën. Anton DošenAnton Došen is onze inspiratiebron op het gebied van emotionele ontwikkeling. Hij stelt dat het belangrijk is om óók te weten wat het emotionele niveau van de cliënt is. Dat uitgangspunt vind je terug in het ontwikkelingsdenken. Het emotionele niveau heeft invloed op wat een cliënt kan en begrijpt. Onder invloed van leuk, lekker en stress kan een cliënt terugzakken in de ontwikkelingsfase. In situaties waarin hij zich bijzonder prettig voelt, kan hij juist méér laten zien. Wij gaan daarom steeds op zoek gaat naar de boven- en ondergrenzen in iemands kunnen. Het belang van methodisch werken is al geworteld in onze studietijd. Carla Vlaskamp was de grondlegger van het Opvoedingsprogramma. Het planmatige werken uit dit programma sprak ons aan. Van Carla leerden we om met ouders en begeleiders gezamenlijk te bespreken hoe het gaat met de cliënt. Dat persoonlijke meningen hierbij belangrijk zijn, dat dé waarheid niet bestaat. We leerden ook om samen doelen te stellen, afwegingen en afspraken te maken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er elementen van haar (evidence based) programma terug te vinden zijn in het LACCS-programma.
Hans van Wouwe en Dick van de WeerdDe ideeën van Hans van Wouwe en Dick van de Weerd hebben geleid tot het inspirerende programma Triple-C. Triple-C is een methodiek voor behandeling en begeleiding van verstandelijk beperkte mensen met gedragsproblemen. Het is ontwikkeld vanuit de behoefte mensen met probleemgedrag een menswaardig bestaan terug te geven. Het streven is het ervaren van het ‘gewone leven’. Onze programma’s hebben dezelfde uitgangspunten: de normale menselijke behoeften staan centraal. Triple-C en het LACCS-programma kunnen elkaar in de praktijk goed aanvullen. Lees ook: LACCS en Triple-C, wat zijn de verschillen? |
|